ZUTPHEN - De gemeente maakt het moeilijk voor de kleine ondernemers! Dat laat Marcel Miller duidelijk weten in de Facebookgroep ‘je bent een echte Zutphenees als’. Als bedrijven reclame buiten willen hangen moeten ze daar ruim €875,- per jaar voor betalen. Ik wil hier meer over weten. Want het is toch best een rare werkwijze van de gemeente? De McDonalds in principe even veel laten betalen als een klein eenmansbedrijfje? 

De betreffende Facebookpost. 

Na een telefoontje ga ik richting het industrieterrein om zijn bedrijfje te bekijken en een biertje te drinken. De exacte reden dat Miller boos is is omdat hij een poster met de naam van zijn bedrijf, ‘Miller Kustom Upholstery’, op zijn raam had hangen. Aangekomen op het industrieterrein van Zutphen staat op de parkeerplaats een zwart volkswagenbusje (het typische surfersbusje) met de naam van het bedrijf erop. Mag dat dan weer wel? Ik loop de trap op naar de werkruimte van Marcel en ondanks het kale, lelijke industrieterrein waar zijn eenmanszaakje gevestigd zit heeft hij de ruimte die hij huurt helemaal eigen gemaakt. Het ademt de sfeer die het bedrijfje uit wilt stralen! 

Binnengekomen ontmoet ik Marcel, precies zo iemand die je verwacht bij een zwarte Volkswagenbus. Hij biedt mij een biertje aan en ik schuif bij hem aan. Hij begint te vertellen waarom hij geïrriteerd is over de werkwijze van de gemeente Zutphen. 

Kleine ondernemers hebben het moeilijk
Miller zit ongeveer twee jaar op industrieterrein De Mars gevestigd met zijn bedrijfje, ook vertelt hij nog even trots dat hij van zijn hobby zijn beroep gemaakt heeft. Zadels maken, auto’s bekleden, barbecue-schorten maken en nog wat andere dingen. Dat doet hij dagelijks en dat vindt hij leuk. Maar nu gooit de gemeente Zutphen toch een beetje roet in het eten. Hij had een poster van één bij één meter voor zijn raam hangen. Iemand van de gemeente, die waarschijnlijk incognito met zijn smartphone het industrieterrein afstruint, heeft er een foto van gemaakt en het doorgegeven, want officieel mag zo’n poster niet. “Een zeer kinderachtige manier van werken is dat” zegt Miller.  

“Ik hoef niet op te vallen”
“Kijk, de meeste klanten die krijg ik via social media. Facebook, Instagram, mijn website en dat soort plekken. Dus reclame vanaf de buitenkant heb ik niet nodig” zegt hij. Maar hij vindt het wel mooier als mensen die aankomen kunnen zien waar hij precies zit, en dat ze niet naar het huisnummer hoeven zoeken. Dat mag dus niet. 

In de binnenstad minder betalen
Wat ook opvallend is dat bij de tarieven, die te vinden zijn op de website van belastingcentrum Tribuut, dat op het bedrijventerrein meer betaald moet worden dan in het centrum. De tarieven voor ondernemers die in het centrum zitten beginnen bij €250,-, de tarieven voor ondernemers op het industrieterrein beginnen bij €875,-. Vrij opvallend. “Wat ook opvallend is dat je in sommige gemeentes niks betaald.” 

Marcel Miller kreeg van de gemeente te horen: “Ja maar het geld gaat ook naar de Meimarkt, en het chocoladefestival.”, “Maar wat heb ik daar mee te maken? Ik zit op het industrieterrein” reageert Marcel daarop. Robert-Jan Bax, de persvoorlichter van de gemeente Zutphen, reageert daarop dat het niet klopt. "Het geld wat de ondernemers in de binnenstad betalen gaat onderandere naar evenementen toe. Niet wat de ondernemers op het bedrijventerrein betalen". Op de vraag waarom het dan wel zo verteld is aan Marcel Miller kan Bax geen antwoord geven.  

Wel een auto of fiets voor de deur
Ondernemers die toch reclame willen maken kunnen het toch gratis doen. Je mag namelijk wel een auto of fiets met bedrukking voor de deur zetten. Dat is een van de redenen dat Marcel zijn vette Volkswagenbus voor de deur heef staan! 

Het pand van Marcel Miller, zonder reclame maar wel met een bedrukte bus op de parkeerplaats. 

Volgens de regeltjes
Vervolgens stuurt Marcel mij naar Autoservice Steven Nijenhuis, daar hangt wel een reclamebord aan de gevel en dat is netjes geregeld zoals het hoort. Maar daar is Steven Nijenhuis zelf niet over te spreken! Op dit moment betaalt hij €875,- per jaar, en vorig jaar was dat maar liefst €900,- verteld hij mij. 

Lang aanvraag proces
Nijenhuis vertelt dat het veel tijd heeft gekost zijn reclameborden aan de gevel te krijgen. Vergunningen indienen kan alleen digitaal en je hebt e-herkenning en een bepaald ‘betrouwbaarheidsniveau’ nodig. Ook moet er een heel stappenplan doorlopen worden met vragen. “Ik kan me nog herinneren dat ik die stappen doorgelopen had en vastliep op e-herkenning, er zijn meerdere bedrijven/instanties die dat verzorgen” zegt Steven. “En natuurlijk moet je daar ook voor betalen. Ik had het minimale genomen. En ook is er een minimale contractduur van 3 jaar waar je aan vast zit. Ik wilde hem opzeggen, maar bleek dat ik er nog aan vast zag”. Ook laat hij mij het mailcontact met de gemeente zien. “Het was veel heen en weer gepraat, ik moest zelfs in powerpoint de borden maken om te laten zien waar ze komen. Dat keurden ze in eerste instantie niet goed.” 

De pand van Autoservice Steven Nijenhuis, inclusief de reclameborden. © Google Maps

Te duur
Net als Marcel Miller vindt Steven Nijenhuis de reclamebelasting veel te duur! “Ik moet best hard werken voor mijn geld, het is nu net te doen.” Ook geeft Nijenhuis precies hetzelfde punt als Miller. “Zelfstandigen zouden minder moeten betalen, omdat daar ook minder geld binnen komt. Veel ZZP’ers kunnen het gewoon niet betalen, en lopen dus geld mis doordat mensen hun bedrijf niet herkennen.” 

Gemeente
Robert-Jan Bax, persvoorlichter van de gemeente Zutphen, legt de situatie uit: "Er wordt juist met staffels gewerkt, waarbij dus rekening wordt gehouden met de verschillende ondernemingen. Ondernemers, die volgens Miller alleen uit de binnenstad komen, hebben zelf gevraagd om reclamebelasting in te voeren, zodat er een ondernemersfonds gecreëerd kan worden waar zij over kunnen beschikken voor (collectieve) investeringen. Denk op de bedrijventerreinen bijvoorbeeld aan parkmanagement en in de binnenstad bijvoorbeeld aan verlichting voor de feestdagen. Alle inkomsten van deze belasting vloeien, op enkele kosten na, dus terug naar de ondernemers. De gemeenteraad gaat uiteindelijk over de tarieven, maar dit gaat in samenspraak met de ondernemers. Overigens organiseert de stichting die het geld beheert ook bijeenkomsten voor de achterban. De tarieven worden overigens bepaald op basis van de begroting van de stichting en op basis van de woz waarde van de ondernemingen."

Waar gaat het geld nou eigenlijk naartoe?
Tot slot, waar gaat het geld nou eigenlijk naar toe? Het geld komt terecht bij het parkmanagment. Die zouden volgens de gemeente moeten zorgen voor onder andere de beveiliging van het bedrijventerrein. Maar dat is vrij apart volgens ZZP'er Marcel Millers: "De camera s op het terrein van mijn huurbaas zijn van hemzelf dus ik hoef helemaal niet te betalen voor die andere camera's". Waar het geld dus niet naartoe gaat is naar de evenementen in de stad, het geld wat ondernemers in de binnenstad betalen gaat daar wel naartoe.