Wat je weten wil over barmsijzen en andere Berkelgasten
De Barmsijs.

Wat je weten wil over barmsijzen en andere Berkelgasten

Het is alweer een maand winter. De tijd van de vogeltrek. Soms zien boswachters van Natuurmonumenten bijzondere gasten in hun gebieden. Zoals de barmsijs of grote zaagbek. Misschien zie jij ook wel vreemde vogels in je eigen tuin. Boswachter Camée vertelt over deze wintergasten en hoe je ze in je eigen tuin kunt helpen. Heb je zelf een vraag over wintervogels, stel die aan Camée via facebook.com/natuurachterhoek. 

Vogelen aan de Berkel 

De Berkel is een bezoekje waard in de winter om wintervogels te spotten. Bijvoorbeeld bij landgoed Velhorst. Daar kan je nu onder andere de grote zaagbek en de dodaars zien. Dodaars zijn in de winter herkenbaar aan hun wit/beige wangen. Terwijl de vogel in het voorjaar mooie koperrode wangen heeft met witte vlek bij de snavel. Hij heeft wel iets weg van een kleine, gedrongen fuut. Dodaars zijn viseters. In de winter zijn ze dus afhankelijk van stomende beken of rivieren die minder snel dichtvriezen. Zoals bijvoorbeeld de Berkel. 

Ook maak je kans de grote zaagbek tegen te komen. Met name de mannetjes zijn opvallend met hun witte verenkleed en zwartgroene kop. Ze zijn net als de dodaars viseters en in de winter op de Nederlandse rivieren en grotere beken te zien. Zo rond oktober trekken ze vanaf hun broedgebied in Scandinavië en Rusland richting het zuiden. Wordt het écht koud in het Noorden, dan heb je ook de kans de fraai getekende nonnetjes te zien tussen de groepjes dodaars en grote zaagbekken. 

Invasie van barmsijzen

Verder is er dit jaar sprake van een zogenaamde ‘invasie’ van barmsijzen. Zowel de kleine als de grote barmsijs. We spreken van een invasie als normaliter zeldzame vogels opeens in grote getallen het land binnenvallen. Meestal is dit het gevolg van bijvoorbeeld extreme kou of voedselgebrek in het gewoonlijke leefgebied. Het beste kan je de barmsijzen zoeken bij zwarte els, berk en lariks; de zaden daarvan eten ze graag. 

Ook in je tuin zullen er vast vogels op bezoek komen. Wil je genieten van een uitzicht op mezen, mussen, merels en vinken, dan kan je deze soorten helpen door aanplant van besdragende struiken. Struiken met bessen leveren niet alleen voedsel maar ook beschutting tegen kou en roofdieren. 

Vogelmagneten in eigen tuin

Struiken die bijvoorbeeld erg in trek zijn bij vogels zijn kardinaalsmuts, lijsterbes, klimop, vuilboom, liguster, hulst en Gelderse roos. Die laatste twee zijn favoriet van een andere typische invasiesoort, namelijk de pestvogel. Ook in krentenboompjes zal het barsten van houtduiven, spreeuwen en merels zodra de ‘krenten’ daarin hangen. 

Daarnaast maak je veel kans op vinkachtigen zoals putter, groenling en appelvink. Vooral door kaardebollen en zonnebloemen te zaaien en die te laten staan in de winter. Met dit soort planten in de tuin zijn vogels vaak al erg geholpen. 

Vetbollen ja/nee?

Mocht je nog meer willen doen, dan kan je voedsel zoals zaadmengsels en vetbollen ophangen. Let wel op met vetbollen, dat je zorgt dat je deze niet aanbiedt in het broedseizoen. Jonge vogels kunnen het vet niet verteren en dood gaan wanneer hen door de ouders vet gevoerd wordt. Zodra het voorjaar begint, zo rond maart, is het dus belangrijk dat je geen vetbollen meer hebt hangen. Als je stopt met bijvoeren, bouw dat dan liefst rustig af, zodat vogels wennen aan de afwezigheid van hun ‘buffetje’!   

 | Janko van Beek

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.