De feestwagen
Joop Hekkelman.

De feestwagen

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Het is weer de tijd dat kampioenen gehuldigd worden. Bij geen andere sport manifesteert zich dat luidruchtiger dan in de voetbalsport. In Rotterdam spannen ze de kroon. Al weken bereiden ze zich daar voor op een enorm feest ver voor het einde van de competitie. Het wil er maar niet van komen. Na elke mislukte poging om het kampioenschap vroegtijdig veilig te stellen worden we met intense beelden van geëmotioneerde fans geïnformeerd. Misschien dan toch, op zondag 14 mei, de laatste mogelijkheid. 

In ieder geval is duidelijk dat de Rotterdamse club van het volk is. Massaal wordt meegeleefd, in voor- en tegenspoed. Het hele land is getuige van stoere mannen die op tv jankend vertellen dat zij al nachtenlang wakker liggen van het gedroomde kampioenschap. Waarom wij als argeloze burger dat allemaal voorgeschoteld krijgen is me niet duidelijk. Er is belangrijker nationaal nieuws om met elkaar te delen zou ik denken. Bovendien heeft elke regio zijn eigen feestvarkens. 

Opvallend bij die lokale kampioensfeestjes is het kopieergedrag. In Rotterdam zwaaien de spelers vanaf het bordes van het stadhuis het toegestroomde volk toe. In Amsterdam heeft men de rondvaart door grachten. Waar een vaste plek ontbreekt heeft men de rondtoerende feestwagen bedacht. Een boerenkar achter de tractor met daarbovenop feestvierende vrijetijdssporters. Bierkratten dienen als zitplaats. Het gelal uit gezwollen strotten verraad dat de inhoud ervan grotendeels is geconsumeerd. 

In tegenstelling tot Rotterdam staan er geen dikke rijen supporters langs de route, verbaasde voorbijgangers vragen zich af wat er aan de hand is. Niet vreemd, omdat zo’n lokaal team meestal in volstrekte anonimiteit, ergens in een onderafdeling, presteert. Het volk heeft er niets mee. Alleen als zij zich kampioen mogen noemen treedt zo’n clubje met veel tamboer naar buiten om gewag te maken van hun bestaan. Zelfs de allerjongsten worden na een serie succesvolle wedstrijdjes op een wagen gehesen om het dorp te vertellen hoe goed ze zijn. Kinderen van een jaar of acht wanen zich op de Coolsingel. Ik gun het ze van harte, omdat zij nog mogen dromen van een grote sportcarrière. 

Benevelde senioren op open wagens daar en tegen koesteren de naïeve gedachte dat de buitenwacht op hun onverstaanbare gebral zit te wachten. Dat komt vooral zielig over. Mij lijkt het meer voor de hand te liggen zo’n feestje in de beslotenheid van je club te vieren. Kwestie van stijl en ‘je plaats kennen’.

Het gebruik van de feestwagen voor personenvervoer staat onder druk. Teveel noodlottige ongevallen. De overheid stelt strenge regels die wellicht ertoe leiden dat het gedaan is met deze manier van huldigen. Ik verwacht geen maatschappelijk gedragen steun om het tij keren. 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.