Gruwelen en griezelen
Joop Hekkelman.

Gruwelen en griezelen

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Dezer dagen viel er een uitnodiging in de bus om verhalen in te sturen voor Flonkergood. Dat boekje verschijnt jaarlijks in de maand maart ter gelegenheid van de Achterhoekse boekenweek.

Het thema voor die verhalen is een uitdaging; gruwelen en griezelen. Spookverhalen, benarde situaties waarin je kunt terechtkomen, doemscenario’s over moeder aarde, angstmomenten in een achtbaan. Je kunt er alle kanten mee op. Fictie of non-fictie: ik weet niet wat het aantrekkelijkst is om dit onderwerp te benaderen. Wat je bedenkt, volledig uit je duim zuigt, is niet echt gebeurd. Dat is een geruststellende gedachte. Schrijf je de waarheid op dan kan zo’n verhaal wel eens te dichtbij komen. Misschien wel te dichtbij, waardoor het sentiment teveel kansen krijgt en afleidt van de spanning die je  wilt oproepen. Een beetje afstand is beter.

"Griezelen kun je van bloemkool op je bord of een vermeend spookbeeld op het behang"

Griezelen kun je van bloemkool op je bord of een vermeend spookbeeld op het behang. Die zijn gebaseerd op herinneringen uit het eigen verleden. Stel je voor dat je een boodschap thuiskrijgt zoals de ouders in Oss deze week, die hun kinderen moeten missen door een vreselijk ongeluk. Je gruwelt er van, maar het is onmogelijk om daar een objectief gruwelverhaal over te schrijven zo kort erna. De neiging om clichématig de – ik moet er niet aan denken dat mij zoiets overkomt – variant te gebruiken zal te sterk aanwezig zijn.

De verhalen voor het boekje van de boekenweek moeten worden geschreven in de streektaal. Da-s veur völle lu al genog um te griezelen. Een beetje vreemd is dat wel, omdat veel mensen hun eigen taal spreken, zonder dat door te hebben, in elk geval geven zij hun woorden een eigen klankkleur. Juist dat is een kenmerkend onderscheid tussen Algemeen Nederlands en de dialecten. Hoewel er natuurlijk veel meer is dat een streektaal speciaal maakt, zijn de klanken van essentieel belang. 

We moeten niet bang zijn om in het taalgebruik onszelf te zijn. Stel je eens voor dat iedereen in Nederland perfect ‘Hoog Haarlemmerdijks’ spreekt. Wat een saaie bedoening zou dat opleveren. Angst kun je overwinnen door aan te vallen. Dat geldt ook voor het schrijven van een verhaaltje in dialect. Laat anderen kippenvel en rijzende haren krijgen van de thriller in streektaal die jij bedenkt of naar waarheid opschrijft. Wie zover kan komen heeft heel wat gruwels en griezels achter zich gelaten. Mooie uitdaging! 

 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.