De bus rook naar zonnebrand

De bus rook naar zonnebrand

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Het is zomer. Voor een ieder die roept, het is pas 21 juni zomer. Nee, het is nu al zomer! En dat kun je merken door de geur in de bus. Haal je neus eens goed op in de bus, en je weet of het al zomer is. 

Het is vroeg in de ochtend. Ik moet aan de andere kant van de provincie wezen voor een afspraak. Bij een waterig ochtendzonnetje zit in ik de bus. Ik zie veel korte broeken en zonnebrillen. Het dragen van een zonnebril vind ik fijn, een korte broek pak ik pas wanneer er een hittegolf is. In de bus dringt een herkenbare geur mijn neus binnen. De geur van zonnebrand. Daaruit maakte ik op dat een groot deel van mijn mede-passagiers vanochtend 'insmeren met zonnebrand' op het 'wassen-tandenpoetsen-deo spuiten-lijstje' gezet heeft. 

"Ik ruik nogmaals de geur van zonnebrand. Het geeft bijna een vakantiegevoel"

Wanneer de eerste dagen van de zomer aanbreken zul je geen zonnebrandgeur ruiken in de bus. Alle witte Nederlanders willen bruin worden, en vertikken het daar om zonnebrand op te smeren. 'Zonnebrand vertraagt immers het bruin worden'. Na maanden zonnebank kunnen de bruin gebraden RedBull-drinkers nog bruiner worden. En dit keer niet van één of andere lamp. Pas na ongeveer anderhalve week zon en temperaturen boven de twintig graden doet een Nederlander besluiten de zonnebrand weer uit de krochten van de badkamer te bevrijden. Dat besef-moment komt voor iedereen op hetzelfde moment. En daarom overmant de geur van zonnebrand de vieze dieselgeur van de bus, op de eerste officiële dag van de zomer. 

Mijn bus is nog niet op plaats van bestemming. Door een ietwat korte nacht, en een treinreis die ik staand doorgebracht heb, sluit ik even mijn ogen. Ik ruik nogmaals de geur van zonnebrand. Het geeft bijna een vakantiegevoel. Ik waan me in een tropisch oord. Net lekker een uitgebreid ontbijt naar binnen gewerkt, en nu in de touringcar richting een activiteit. Laten we er watersport van maken. Met volle tassen en fotograferende toeristen rijden we richting la playa, la plage of the beach. De mollige buschauffeur stuurt de bus een heuvel op. In het Spaans mompelt hij wat aan de reisleider. We rijden de heuvel op, en zien een azuur blauwe zee. Surfers spelen met de golven en de locals vangen vis. Wanneer de bus bijna bij het strand aankomt stopt hij ineens. 

We zijn er. Gewoon bij de herkenbare bushalte in het centrum van Arnhem.  

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.