In de stemming voor verkiezingen?
Henri Bruntink.

In de stemming voor verkiezingen?

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

De politiek is definitief verworden tot ‘vuil werk’. Dat geldt voor de landelijke politiek maar inmiddels ook voor gemeenteraadsleden en lokale bestuurders. Natuurlijk gold altijd al dat je het niet iedereen naar de zin kunt maken en dus altijd op kritiek kon rekenen. En het is ook van alle tijden dat je als plaatselijke fractie wordt afgerekend op de daden van je landelijke equivalent (voor zo ver aanwezig).

Nu hoor je de lokalo’s al roepen: ‘Jaaa, daarom moet je op ons stemmen!’. Mis! Veel burgers kotsen de héle politiek uit, zonder aanzien des persoons of des partij’s. De onderbuik houdt geen halt bij de gemeentegrenzen van Lochem. Wel lijkt die onderbuik luidruchtiger dan ooit en dat heeft wellicht iets te maken met polarisatie die overal rondwaart.

Je hoort het vaak: ‘politici zitten er niet voor ons. Integendeel, ze zijn tegen ons en zitten ons dwars waar het maar kan. En, oh ja, ze zitter er voor zichzelf.’ Vaak worden dergelijke uitlatingen gevolgd door termen waaruit je alleen maar kunt opmaken dat in ‘dit land’ en nu dus ook in ‘deze gemeente’ niets deugt.

"Veel burgers zijn niet geïnteresseerd in gemeentepolitiek tot dat die doordringt in de eigen achtertuin"

Als weldenkend mens kun je daar slechts tegenover stellen dat de meeste dingen gewoon wél deugen en wel goed gaan. Natuurlijk, sommige dingen moeten (veel) beter. Daar kunnen we het over eens worden.

Wiens schuld is de toenemende afkeer van de politiek? Dat is moeilijk te zeggen. We waren er allemaal bij en we keken ernaar is wellicht nog het beste antwoord op die vraag. De burger, de politiek en hogere overheden zijn allemaal mede-schuldig.

Veel burgers zijn niet geïnteresseerd in gemeentepolitiek tot dat die doordringt in de eigen achtertuin. Dan weten velen het ineens zeker: van windmolens krijg je acuut de kolder in de kop en van grijze(!) afvalcontainers krijg je fruitvliegjes. De mens is in der aard een conservatieve diersoort. Verandering zijn lastig en bedreigend. Kom niet in de comfort-zone.

Als lokale politicus of bestuurder moet je daarop voorbereid zijn. Je kunt kritiek voor zijn door het nóg beter uit te leggen en te zorgen dat aan de randvoorwaarden is voldaan voordat je een verandering doorvoert. Uitleg achteraf is altijd lastiger.

Hogere overheden zijn ook schuldig omdat ze de afgelopen decennia eerst voor schaalvergroting (herindeling) kozen en vervolgens veel zaken over de muur van de gemeenten gooiden omdat die, jawel… ‘dichter bij de burger staan’. Als het niet zo treurig was kon je er om lachen. Juist door die schaalvergroting kent de burger de plaatselijke politicus niet meer en dus voelt hij/zij zich niet direct vertegenwoordigd.

Heel veel Lochemers kennen hooguit Willem Beekman van ‘Boer zoekt vrouw’ en Hennie van der Most van zijn activiteiten als ondernemer. Het gemiddelde raadslid is niet meer gekend en, hoewel ze dat zelf ongetwijfeld anders willen, geen gemakkelijk aanspreekpunt voor de gewone inwoner. Daar helpt geen rode taart aan.

We kunnen hier nog een betoog houden over lokale partijen die vlak voor de verkiezingen ineens op straat verschijnen, de obligate flyertjes uitdelen en landelijke kopstukken laten opdraven, maar dat weet iedereen natuurlijk al lang. Na de verkiezingen zijn veruit de meeste weer uit het straatbeeld verdwenen. De volgende verkiezingscampagne zou op 22 maart moeten beginnen.

‘Tom Poes verzin een list!’, hoor je heer Bommel roepen. Maar dat is nog lastig genoeg. Bij velen is de reflex al gauw: meer inspraak voor de burger. Goed plan en al eerder geprobeerd op allerlei manieren. Je trekt er meestal alleen de mensen mee die toch al geïnteresseerd zijn in de politiek of een belang hebben bij het besproken thema. Wat rest is, meestal, fulmineren via sociale media en af en toe boze reactie via de pers of hooguit een boze brief. Allemaal geen goede uitgangspunten voor discussie.

Lokale referenda? Prima idee…, maar daarmee moet je voorzichtig zijn. In ons land is het referendum door recente ontwikkelingen voor velen verworden tot een wapen om met de zittende macht af te rekenen. Het werkelijke thema van het referendum doet er dan al snel niet meer toe.

En gemeentebrede onderwerpen spreken altijd minder aan dan dingen uit de al genoemde achtertuin. Bevragingen op wijkniveau zijn wellicht een uitkomst.

Het Lochemse burgerpanel dat ‘Lochem Spreekt’ heet, is een goed begin. Mogelijk is dat te verfijnen tot een instrument waarmee je mensen in de wijk bereikt met dingen die hen direct raken. Daarna moet de politiek er natuurlijk wel voor zorgen dat deelnemers ook het idee krijgen dat er iets met hun inbreng gebeurt.

Tot slot: op gemeentelijk niveau zijn de politieke tegenstelling meestal een stuk minder groot dan landelijk. De coalitie die na de verkiezingen aantreedt in Lochem zou er goed aan doen om ook de oppositie erbij te betrekken zodat je vooraf weet hoe de vlag erbij hangt op de belangrijke thema’s voor de komende vier jaar.

We eindigen met 2 voor de lezer (die nog niet is afgehaakt) wellicht verrassende stellingen:

1. Mensen die zich in deze tijd kandidaat stellen voor het ‘vuile werk’ van raadslid zijn regelrechte helden.

2. Wat zuurpruimen ook beweren; Lochem is voor de meesten van ons de allerbeste gemeente (maar kleinigheidjes hou je altijd).

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.