Zoiets van...
Joop Hekkelman.

Zoiets van...

Let op: de onderstaande tekst is een column, geen (nieuws)artikel.

Vorige week twee bijeenkomsten bezocht die over streektaal gingen. Tijdens een symposium gaf het Ministerie van Binnenlandse Zaken de aanzet voor een stimuleringsprogramma voor de Friese taal, het Nedersakisch en het Limburgs. Alle drie zijn erkende Minderheidstalen volgens het Europese Handvest. Initiatieven moeten van onderop komen. Het mag geen geld kosten. De stimulans komt erop neer dat afspraken, enigszins vrijblijvend, in een convenant worden vastgelegd.

De tweede bijeenkomst sloot er mooi bij aan, dat betrof een samenkomst van dialectschrijvers. Er gebeurt best wel het één en ander op het gebied van de streektaal in onze contreien. 

"Een levende taal is aan verandering onderhevig en zolang een streektaal veranderd wordt het gesproken"

Tijdens het symposium kwam onder andere het belang van eenheid in spelling van het geschreven dialect aan de orde. Hoe maak je jouw gesproken taal leesbaar voor een breed publiek. Een fonetisch schrift dat niemand begrijpt heeft immers alleen waarde voor de schrijver ervan. Bijna iedereen was het eens over het nut van uniformiteit. Echter, niet iedereen is bereid om de eigen variant te offeren voor de goede zaak.

Bij het schijversplatform kwam een ander fenomeen naar voren dat meerdere kampen kent. Traditionele dialectsprekers vinden dat de hedendaagse streektaal teveel vernederlandst. Maar ja, vermenging van talen, dus ook van en met dialecten, is niet meer uit te sluiten sinds de actieradius van de mens ongeveer de hele wereld omvat. Historisch bezien; wie maalt er nog om de leenwoorden uit het Frans, Duits en Engels in de Nederlandse taal?

Een levende taal is aan verandering onderhevig en zolang een streektaal veranderd wordt het gesproken. Laten we vooral dat laatste koesteren. Worden dialecten museumtaal dan is het snel gebeurd met de vitaliteit ervan. De Nederlandse taal gebruiken zoals Couperus dat honderd jaar geleden opschreef doen we toch ook niet meer!

Veranderingen in taalgebruik zijn ook zichtbaar in nietszeggende, vaak onvolledige en onduidelijke stopzinnen. Daarmee worden soms volledige gesprekken gevoerd. Het interpretatievermogen van de lezer en de luisteraar wordt danig beproefd met ingrediënten als: 

Weet je wat het is. Een stukje beleving. Begrijp je? Lekker belangrijk! Ik wil me nergens mee bemoeien hoor. Waar gaat dit over? Ik bedoel van. Op zich heb je gelijk. Dat is wel een dingetje.

Is het erg dat deze 'nieuwigheid' doorsijpeld naar de dialecten? Nou, ik heb zoiets van… Je houdt het niet tegen. Zal ik maar zeggen.

 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.