BRUMMEN - Het onderhoud van de buitensportaccommodaties in de gemeente Brummen komt niet in handen van de sportverenigingen. De kosten die hiermee gepaard gaan, blijken hoger te zijn dan het bedrag dat de gemeente nu kwijt is aan de sportparken. 

Vorig jaar besloot de gemeenteraad de sportaccommodaties van de buitensportverenigingen niet te privatiseren. De raad zag het niet zitten de ondergronden van de sportparken over te dragen en vond dat de gemeentebegroting te veel te lijden had van de bedragen die de verenigingen uitgekeerd moesten krijgen. De gemeenteraad heeft burgemeester en wethouders gevraagd te onderzoeken of de verenigingen wellicht het dagelijks onderhoud van de sportparken wilden overnemen.

Dat moest dan wel gebeuren met het geld dat de gemeente nu aan de sportparken kwijt is. Na rekenwerk van gemeente en verenigingen blijkt dat het financieel niet haalbaar is om het onderhoud voor eenzelfde bedrag bij de verenigingen neer te leggen.

Verenigingen duurder uit

In het najaar van 2017 heeft de gemeente de zes betreffende buitensportverenigingen gesproken en hun een aanbod gedaan voor overname van het onderhoud. De verenigingen hebben dit aanbod besproken, offertes opgevraagd en een tegenbod gedaan. De meeste verenigingen kunnen de werkzaamheden niet door vrijwilligers laten uitvoeren maar moeten ze, net als de gemeente, uitbesteden aan specialistische bedrijven. De verenigingen zijn dan als kleine afnemers duurder uit dan de gemeente. Bovendien wil een aantal verenigingen dat de gemeente eerst investeert in extra onderhoud op de sportparken voordat zij de verantwoordelijkheid overnemen.

Dat vraagt om een investering die niet in de begroting van de gemeente voorzien is. De conclusie is dan ook dat overdracht van het onderhoud aan de verenigingen veel meer kosten voor de gemeenschap met zich mee brengt. Het college heeft daarom besloten het onderhoud bij de gemeente te laten.