D66-Kamerlid Tjeerd de Groot tussen de koeien in Lochem
Vlnr: Kamerlid Tjeerd de Groot, D66-raadslid Marleen van der Meulen en de melkveehouders en raadsleden Jan Beltman (VVD) en Erik Hoentjen (CDA)

D66-Kamerlid Tjeerd de Groot tussen de koeien in Lochem

D66-Kamerlid Tjeerd de Groot ging vrijdag (23 juni) letterlijk de boer op in de gemeente Lochem. Hij bezocht drie uiteenlopende agrarische bedrijven en sprak met boeren en deskundigen uit de sector. De Groot pleit voor een masterplan voor agrarische Nederland waarin zowel de sector als de politiek zich kunnen vinden. De verzuiling is daarbij een groot obstakel, terwijl de urgentie hoog is.

In de ochtend ontstond al meteen een indringend gesprek op het melkveebedrijf van Erik Hoentjen (ook LTO en CDA-raadslid) in Laren. Zijn buurman en collega Jan Beltman (ook raadslid VVD) was van de partij, net als een aantal leden van D66, waaronder Sjerk Plaat (secretaris van de afdeling Lochem) en Marleen van der Meulen (raadslid).

Werkgroep
De laatste is ook lid van de landelijke D66-werkgroep voor ‘Landbouw, Voedsel, Biodiversiteit’ (LVB). Dat zijn zo’n 50 tot 60 leden die zich ten doel hebben gesteld om het nieuwe Kamerlid Tjeerd de Groot te ondersteunen in de strijd voor beleid dat leidt tot verduurzaming. Eerder ging De Groot al ‘de boer op’ in Friesland en dit keer was de gemeente Lochem aan de beurt. Het Kamerlid zegt: ,,Ik ben 2 á 3 keer per week in het land te vinden om maar zo min mogelijk in Den Haag te zijn.”

De discussie was interessant vanwege de verschillen tussen de melkveehouders Jan Beltman en Erik Hoentjen. De eerste stuurt zijn koeien de wei in, is ‘allergisch voor vergif’ en kan zich flink kwaad maken over ‘foute regels’ waar hij al 30 jaar tegen vecht. ,,Vaak gaat het precies de verkeerde kant op”, zo vindt hij. Erik Hoentjen is de ‘doorsnee boer’, met zo’n 60 koeien en wat jongvee. Hij laat de koeien op stal en haalt een hoog rendement.

In de wei
Jan Beltman geeft overigens toe dat het op stal houden van zijn koeien hem vermoedelijk wat meer opbrengst zou opleveren. ,,Maar ik zie ze zelf ook graag in de wei lopen. Dan maar iets minder verdienen.” De gemiddelde Nederlander ziet de koeien graag in de wei lopen maar boeren worden onvoldoende gestimuleerd om breed te beantwoorden aan die wens.

Regelgeving die onduidelijk, te gefragmenteerd en die boeren niet ‘de goede kant’ op stuurt is in Nederland eerder regel dan uitzondering, zo was de gedeelde mening van de deelnemers aan de discussie.  En vooral ook gestapelde regelgeving; voor elk deelprobleem een aparte regel. Van integrale aanpak geen spoor in Den Haag. De Groot: ,,Veel partijen durven geen echte keuzes te maken en zitten vast in hun eigen systeem.” De echte keuzes blijven uit omdat partijen bang zijn voor heftige reactie uit hun achterban.

Einde aan intensivering
Dat kan niet veel langer doorgaan zo vindt De Groot, want dan ‘kunnen we inpakken als agrarisch land’. We moeten ons onderscheiden van boeren in andere landen, die vaak veel minder aan regels zijn gebonden. Dat beantwoordden we tot nu toe met steeds verdergaande intensivering. Dat houdt een keer op. Het is tijd om te kiezen voor verduurzaming. Dat betekent mogelijk ook wat minder productie maar dat kan worden goedgemaakt door een hogere opbrengt door hoogwaardiger producten.

Een eerdere poging van de sector zelf om met een allesomvattend toekomstplan te komen mislukte overigens ook. De Groot was er zelf bij betrokken. Volgens hem is nu tijd om door te pakken, want bovenop alle regeltjes die er al zijn komt ook nog eens het klimaatverdrag van Parijs. ,,Sommigen doen alsof dat wel los zal lopen maar ik vertel liever het eerlijke verhaal. Dat verhaal is dat boeren daar nog flinke gevolgen van zullen ondervinden.”

Koeien per hectare
Tijdens de discussie werd gesproken over vervanging van een aantal regels met betrekking tot uitstoot door een maximum aantal dieren per hectare. Bij 2 koeien en 2 tot 4 stuks jongvee per hectare zouden veel boeren in deze regio uit de voeten kunnen. Voor zowel Hoentjen als Beltman zou zelfs een kleine toename van het aantal dieren mogelijk zijn. Maar in de Brabantse Peel ligt dat heel anders en stuit zo’n regel vermoedelijk op veel verzet. Die hebben vaak veel dieren en weinig hectares.

Tjeerd de Groot is groot voorstander van biodiversiteit. Hij probeerde Erik Hoentjen dan ook een antwoord te ontlokken op de vraag wat er moet veranderen wil hij zijn grasland laten doorgroeien in plaats van het jaarlijks te scheuren (omploegen). Hoentjen hield het Kamerlid voor dat de marges dermate klein zijn dat een andere werkwijze onder de streep geen negatieve effecten mag hebben en liefst iets moet opleveren. Grasland dat door kan groeien wordt diverser – door onder meer klaver en bloemen – trekt meer insecten en daardoor weer meer vogels. 

Verbinden
Marleen van der Meulen vertelde in de marge van het bezoek aan boerderij Hietkamp van de familie Hoentjen dat het de landelijk werkgroep waar zij deel van uitmaakt erop uit is om partijen te verbinden. ,,De partijpolitiek moet eruit. En een duurzame landbouw is onlosmakelijk verbonden met biodiversiteit en voedselproductie. Bij dat laatste hoort onder meer de bewustmaking van de consument”, zo vertelde ze.

Het gezelschap bezocht verder het bedrijf van Erik Smale (150 koeien) van ‘Boerenverstand’ in ‘t Joppe. Smale is voorzitter van agrarische natuurvereniging ‘t Onderholt. Daar sloot Johan Temmink, specialist mest en mineralen bij ‘For Farmers’ zich aan.

Permacultuur
Aansluitend was er nog een bezoek aan Permacultuur ‘De Veldhof‘ van Frans Kaal, eveneens in ‘t Joppe. Daar vertelde Merijn Struik, ontwikkelaar van duurzame voedselsystemen en aangesteld om het opzetten van korte voedselketens in Lochem te begeleiden.

 

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.