Brandweerman Ramon staat voor hete vuren: ‘in crisissituaties wil ik niet langs de zijlijn staan’
De heftige brand in juni vorig jaar in Almen bleef de brandweerman bij.

Brandweerman Ramon staat voor hete vuren: ‘in crisissituaties wil ik niet langs de zijlijn staan’

Het is voor velen is het een jongensdroom: brandweerman worden. Met gillende sirenes in de brandweerauto naar een brand rijden om het vuur te blussen. In de werkelijkheid komt er veel meer bij kijken, en is het vaak geen fulltimebaan. In de Achterhoek zijn de meeste brandweerposten vrijwillig. De brandweermannen en -vrouwen doen het naast hun gewone baan. Zo ook de agrarische ondernemer Ramon Hesselink (37). Hij is vrijwillig brandweerman bij de post Almen.

Maar hoe kom je erbij om bij de brandweer te gaan? “Ik steek in crisissituaties liever de hand uit dan dat ik vanaf de zijlijn ga kijken”, vertelt Hesselink. “Daarnaast is de brandweer een gezellige en hechte club. Dat sprak mij ook erg aan. Met de handen werken vindt hij leuk, want dat doet hij ook op zijn melkveebedrijf. Een jongensdroom was het voor hem niet. “Ik had de droom om boer te worden. Mijn ouders hadden geen bedrijf, ik heb het geluk gehad dat ik het bedrijf van mijn schoonouders heb kunnen overnemen."

Jelle Seubring sprak met brandweerman Ramon Hesselink. Lees verder onder de podcast...

Praktisch inzicht

De combinatie van het boerenleven en het brandweerleven is goed te combineren. Veel vrijwilligers hebben ook werk in de agrarische sector. “Boeren zijn vaak praktische mensen en willen met de handen werken. Maar ze zijn ook gewend om met zieke, gewonde of stervende dieren te werken. Dat soort dingen maak je ook mee bij de brandweer.” Ook de kennis die hij heeft over het boerenwerk neemt hij mee naar de brandweer.

“Als brandweerman moet je vitaal en fit zijn, maar het belangrijkste is dat je technisch en praktisch inzicht heeft. De brandweer heeft meer aan iemand die dat inzicht heeft, dan iemand die makkelijk een hardloopwedstrijd kan lopen.” Uiteindelijk wordt de kennis die er is ook goed toegepast. “Je weet van elkaar waar wie goed in is.”

Spanning

Een grote brand of een ernstig ongeluk, spanning is er zeker in het werk bij de brandweer. “Er is ook wel een gezonde spanning nodig om goed je werk te kunnen doen”, vertelt de brandweerman. “Maar je hebt ook terugkerende incidenten, waardoor je beter kan voorspellen wat er kan gebeuren.”

De meldingen waar je als brandweervrijwilliger op afgaat zijn divers. Hesselink: “Je maakt natuurlijk best dingen mee die erg heftig zijn. Van een tak uit de boom tot dodelijke verkeersongevallen. Het is heel divers.” Het is daarom belangrijk dat de brandweerlieden op elkaar kunnen bouwen. “Dat geeft een heel stuk rust. Maar er is altijd een spanning aanwezig. In de auto hoor je pas wat er echt aan de hand is. Het is de kunst om de spanning te beheersen, want je moet wel je werk goed kunnen doen.”

Brandweerfamilie

Het korps bestaat uit een relatief kleine groep vaste vrijwilligers. Het groepsgevoel is daarbij erg belangrijk, want soms is het een ‘tweede familie’. “Wat je bij de brandweer meemaakt en deelt met elkaar, gaat soms zover als wat je binnen je eigen familie deelt.” De heftige dingen worden nabesproken. “Dat deel je met elkaar.”

Maar ook situaties buiten de brandweer worden kenbaar gemaakt. Hesselink: “De gemoedstoestand van iemand is heel bepalend voor hoe diegene bij de brandweer functioneert. Je kan je voorstellen dat als iemands vader of moeder op sterven ligt, hij daar in zijn hoofd druk mee is. Als je dan heftige dingen gaat meemaken bij een incident, heeft dat invloed op de manier waarop iemand handelt.”

Sommige vrijwilligers kiezen er in dat soort situaties voor om even niet inzetbaar te zijn. “Maar voor anderen is het juist afleiding, en die gaan door.” Het wordt in ieder geval altijd besproken, zodat de rest van de ploeg er rekening mee kan houden. “In een crisissituatie moet je tweehonderd procent kunnen vertrouwen op de ander. Als je weet dat diegene ergens meezit, kan je daar rekening mee houden. Of accepteer je sneller dat diegene uit zijn slof schiet.”

Gevaarlijk beroep

Waar de meeste mensen ver weg van een brandend huis gaan staan, gaan de brandweerlieden dichterbij. Maar volgens Hesselink valt het risico wel mee. “Je moet het natuurlijk een klein beetje relativeren. Een schilder kan ook van de trap vallen. Maar uiteraard kom je in situaties die gewoon gevaarlijk zijn. Het hoort wel een klein beetje bij het beroep.”

Maar die gevaren zijn goed in te schatten. “Daar krijg je ervaring in en trainen we voor. Ook hebben we onze persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een goed brandweerpak, een helm, handschoenen en eventueel ademlucht.” Ook worden beslissingen om iets gevaarlijks te doen gezamenlijk genomen. “Je doet het met elkaar, op basis van de ervaring die we samen hebben neem je de beslissing om iets wel of niet te doen.”

Verwoestende brand

De helden van de brandweer maken natuurlijk ook vervelende dingen mee, die lang blijven hangen in het geheugen. Voor Ramon Hesselink was dat de grote verwoestende brand in een woonboerderij in Almen. “Het was een behoorlijk grote brand op een agrarisch bedrijf. Het gezin kon ternauwernood de woning verlaten”, vertelt de brandweerman. “Voor mij en mijn collega’s had het veel raakvlakken. Het is een collega-agrariër, die jonge kinderen heeft die dezelfde leeftijd hebben als mijn kinderen. Ze zitten bij elkaar op school.”

 

Gelukkig kon het gezin op tijd het huis verlaten en in veiligheid worden gebracht. De buurt stond ook klaar om ze te helpen. “Maar uiteindelijk word je er wel mee geconfronteerd, want in het dorp en op school wordt erover gesproken. Het blijft je dus zeker bij. Maar ik kijk daar ook met een soort ‘prettig’ gevoel op terug. Ik heb namelijk als brandweerman kunnen helpen. Dat voelt fijner dan niets kunnen doen.”

Lees verder onder de video over de heftige brand...

Maatschappelijk belang

Het werk van de brandweer heeft dus ook een groot maatschappelijk belang, en daar haalt Hesselink voldoening uit. Maar het is niet alleen de redder in nood spelen, soms is de bijdrage aan de maatschappij ook erg leuk. “Op het moment dat hier het dorpsfeest is en er moet een waterbak gemaakt worden voor de zeskamp, dan doen wij dat. Als Sinterklaas aankomt mogen wij de goedheiligman op een extra leuke manier ontvangen. Bij de dorpsbrandweer zit daarvan oudsher een traditie in.”

Vrijwilliger worden

Naast de vrijwillige brandweer, bestaat er ook beroepsbrandweer. Die vind je terug in grotere steden. In principe is er weinig verschil tussen de twee, legt de Almense brandweerman uit. “De beroepsbrandweer zit de hele dag op de kazerne, wij komen pas als de pieper gaat. We kunnen hetzelfde en hebben dezelfde opleiding gevolgd.” In de Achterhoek hebben alleen Zutphen en Doetinchem een beroepsbrandweer, de rest van de posten is vrijwillig.

Maar hoe word je nou vrijwillig brandweerman of – vrouw? “Daarvoor neem je contact op met de postcommandant, die in gesprek gaat over waarom je het wilt.” Ook moet de rest van het team denken dat je in het team past. “Als dat allemaal goed zit, krijg je diverse testen zoals een fitheidstest. Daarna kan je, als er plek is, de opleiding gaan volgen.” De opleiding duurt twee jaar en wordt betaald door de brandweer. “Na die twee jaar mag je mee op de uitruk.”

Vergoeding

Hoewel het woord vrijwillig uitstraalt dat je er niets voor terugkrijgt, is dat niet zo. “We krijgen een vergoeding voor de inzet bij incidenten en de uren dat je aan het trainen bent. Maar die vergoeding is natuurlijk meer een bijdrage en geen vol salaris, maar daar doe je het ook niet voor.” Ongeveer de helft van de vrijwilligers is eigen baas en kan makkelijk weg van het werk, de andere helft werkt voor een baas. “Als het in de plaats zelf is, hangt het van de werkgever af of ze het goedvinden. Vaak is dat wel zo. Als je buiten de regio werkt dan ben je tijdens werktijden niet beschikbaar.”

Reageren? Mail de redactie via [email protected].
Op deze publicatie rust copyright.